Als alles zot is, wordt het gewone weer bijzonder
- Bert van StoreShift
- 19 jul
- 2 minuten om te lezen
Je opent Instagram en elk beeld dat je ziet is oogverblindend scherp, de kleuren stralen je tegemoet, geen vuiltje aan de lucht. Knap, denk je en tegelijk voel je iets knagen. Want hoe mooier al die plaatjes worden hoe moeilijker het wordt om ze nog te geloven.
Dankzij AI kan elk rimpeltje worden weggepoetst, elke lucht blauwer worden gemaakt en elke pizza dampend vers geserveerd, ook al is hij in werkelijkheid koud. Die perfectie is niet langer verrassend, het is overal. En omdat we er zo aan gewend raken, verliest ze haar glans. Wat overblijft is een wereld waarin alles er hetzelfde uitziet: glad, gepolijst en op den duur een tikje saai.
En dan gebeurt er iets interessants. Zodra perfectie de standaard wordt begint ons kompas naar het omgekeerde uit te slaan. Een korrelige foto met een vinger voor de lens? Plots voelt die eerlijker. Een video waarin de maker struikelt over zijn woorden? Authentieker. Onopgesmukte beelden laten zien dat er een mens achter zit: een mens met foutjes, rommel op tafel, ruis in de microfoon. Precies dat zal meer aan vertrouwen winnen.
Het wordt dus weer bijzonder om gewoon te zijn. Wie een winkel runt of een merk bouwt, hoeft niet mee te doen aan de race naar nóg mooiere foto’s of video’s. Toon liever je werkplaats zoals ze écht is, laat die ene mislukte testversie zien, post een onbewerkte foto in plaats van een opgesmukt studio-shot. Juist dat rafelrandje zegt: “Dit is echt, hier zit een verhaal achter.”
We bewegen langzaam naar een tijd waarin het publiek niet meer zoekt naar het plaatje dat het mooist is, maar naar het plaatje dat het meest geloofwaardig voelt. Perfectie wordt koopjeswaar; echtheid wordt premium. Met andere woorden: hoe zotter de wereld er uitziet, hoe meer waarde het doodgewone krijgt.
Dus laat gerust wat ruis in je foto, deel ook de bloopers en durf onaf te zijn. Want in een universum vol glitter en glamour is het alledaagse de nieuwe luxe.




Opmerkingen