Zoek je inspo ✨
11 resultaten gevonden met een lege zoekopdracht
- Waarom de supermarkt van de toekomst maar één soort mayonaise nodig heeft.
Upfront: Een Colruyt-concept op steroïden. Een paar jaar geleden waren vrienden van mij aan het rondtrekken door Oost-Europa. Geen strak plan: gewoon rijden, kijken, stoppen en verdergaan. Op een bepaald moment belandden ze in kleine dorpjes waar de supermarkten verrassend anders waren dan bij ons. Je vond er alles wat je nodig had, maar van élk product was er maar één variant. Eén soort brood, één soort boter, één soort eieren, één pot mayonaise, punt. En het grappige? Ze vonden het heerlijk. “Zo weinig prikkels!”, vertelden ze me. “En toch lekkere, goede producten. Het voelde rustig.” Rust in een supermarkt. Het klinkt bijna absurd als je kijkt naar wat wij vandaag gewend zijn: schappen waar 42 soorten pasta naast elkaar staan, waar yoghurt in 16 subcategorieën bestaat en waar ‘keuze’ zo ver is doorgeduwd dat het niet langer als een voordeel voelt maar een aanval op je zintuigen… Fast forward naar een paar weken geleden. Een klant bij Lou Lou (onze conceptstores) vertelde dat ze in haar favoriete winkel, Delhaize in Ronse bijna is weggelopen. Met Kerst en Nieuw in aantocht staat het er bomvol paletten. “Ik werd gewoon overprikkeld. Ik dacht: ik moet hier weg.” zei ze. Toeval wil dat ik net hetzelfde gevoel had. Een overload aan keuze en weinig ruimte om aangenaam te winkelen. Van alles teveel. En dat is exact waar de retail vandaag tegenaan botst. Ik denk soms ook bij onze eigen winkels. We zijn zo druk bezig om méér aan te bieden, méér varianten, méér promoties, méér impulsen dat we vergeten dat een winkel ook een mentale omgeving is. Een supermarkt of winkel kan je energie geven maar ook lekkerlijk uitputten. En toen zag ik Upfront… op TikTok nota bene. Bron: Instagram Upfront Supermarket is een nieuwe supermarkt die net opende in Rotterdam. Eentje die radicaal kiest voor ‘minder’. Per categorie slechts één product : de beste versie: geen rijen vol varianten, geen overaanbod, geen marketingtrucs, geen overbodige ingrediënten. Upfront bouwt een supermarkt die eigenlijk heel dicht bij dat Oost-Europese model ligt waar mijn vrienden zo enthousiast over waren. Maar dan vertaald naar een hedendaagse, bewuste (jonge) consument. Hun filosofie is even eenvoudig als briljant: “ Wij maken de keuze voor jou.” En eerlijk? Die zin komt harder binnen dan je zou verwachten. De consument ziet door de palmolie, aroma’s, E-nummers en “natuurlijk identieke” smaakstoffen het bos door de bomen niet meer. Upfront doet het werk voor je en kiest voor radicaal transparante, pure producten . Je ziet letterlijk op de voorkant wat erin zit. Minder en beter, dat maakt hun concept bijzonder krachtig In een vorig leven werkte ik voor Colruyt en ik herinner me nog levendig hoe Jean-Pierre Roelands, dé toenmalige retailstrateeg van de groep, het telkens opnieuw benadrukte: één van de grote sterktes (naast de laagste prijs) van Colruyt is het overzicht : soberheid, rust en niet teveel impulsen. Het is in België misschien zodanig ingeburgerd dat we vergeten hoe bijzonder het eigenlijk is. Colruyt bouwde jarenlang marktaandeel op door niet te doen wat anderen deden: geen overvloedige verpakking, geen chaos in het schap, geen marketingoverdaad. En precies dat besef maakt Upfront nóg interessanter. Waar Colruyt soberheid en overzicht inzet binnen een klassieke supermarktformule doet Upfront de sprong naar het extreme : één product per categorie, een radicaal gefilterde winkelervaring, zero ruis. Eigenlijk is Upfront een soort Colruyt-concept op steroïden: dezelfde basisprincipes maar uitvergroot tot een nieuwe retailidentiteit, volledig afgestemd op een generatie die overvol, overprikkeld en ‘overvoed’ is door keuzes. Misschien is dit dus niet zomaar een nieuwe supermarkt. Misschien is dit het logische eindpunt van een filosofie die ik jaren geleden al meekreeg: rust verkoopt, eenvoud verkoopt, duidelijkheid verkoopt. En misschien, heel misschien, hebben we daar opnieuw nood aan. Tot binnenkort Upfront! Daarom: Colruyt op steroïden : omdat het de basisideeën neemt en ze tot hun uiterste, hedendaagse vorm doorduwt. Colruyt maakt het rustig → Upfront maakt het muisstil . Colruyt beperkt triggers → Upfront haalt nagenoeg alle triggers weg. Colruyt reduceert prikkels → Upfront reduceert ze tot één keuze per categorie . Colruyt kiest soberheid → Upfront kiest monastieke eenvoud . Colruyt werkt met merken → Upfront is het merk. .
- Gaat Vlaanderen shoppen via AI? Mis je plek in het ChatGPT antwoord niet!
OpenAI maakt van chatten shoppen. Met Instant Checkout kunnen Amerikanen vanaf vandaag rechtstreeks in ChatGPT afrekenen bij Etsy-verkopers ook Shopify sluit binnenkort aan. Alles draait op Stripe en een nieuw open protocol voor agent-commerce. In gewoon Nederlands: je typt wat je zoekt, ChatGPT stelt opties voor, jij rondt het meteen in de chat af. Geen tabs. Geen omwegen. Waarom is dit zo’n kantelpunt? ChatGPT geeft geen oneindige aantal mogelijke opties, AI toont maar een handvol keuzes. Wie in beeld komt, wordt gekocht, wie niet verschijnt bestaat niet . Zichtbaarheid koop je hier niet met een banner je verdient die met betrouwbare info: goede reviews, heldere productinfo, onafhankelijke vermeldingen. Hoe groot kan de impact zijn in België? België zit al massaal op de trein: meer dan een kwart van de Belgen (16-64) zegt ChatGPT te gebruiken; bij -25-jarigen is dat 60% . In Vlaanderen gebruikt 28% generatieve AI maandelijks , met ChatGPT als veruit bekendste naam. Wereldwijd noteert ChatGPT >400 miljoen wekelijkse gebruikers en miljarden prompts per dag . Als zelfs een klein deel van die gebruikers straks vanaf de chat kan afrekenen, dan verschuift e-commerce definitief. Lees verder onder de foto Wat betekent dit je winkel en online shop? Data wint. Chatbots begrijpen productdetails. Wie ingrediënten, herkomst en duurzaamheid concreet documenteert, verschijnt eerder in antwoorden. Earned boven paid. In een gesprek werkt betaalde plaatsing niet. Reviews, pers en community-gesprekken tellen zwaarder, zelfs Reddit weegt opvallend vaak mee in AI-antwoorden. Meten verandert. De transactie gebeurt in de chat, je CRM ziet minder. Merken zullen nieuwe methodes nodig hebben om de herkomst van orders te begrijpen. Waar staan we nu precies? Instant Checkout draait als pilot in de VS met single-item checkout : meer regio’s staan op de planning ook Europa. Voor OpenAI is het een nieuw verdienmodel, voor consumenten voelt het als shoppen in een gesprek . Stoom je klaar! Instant Checkout komt naar België, wellicht begin volgend jaar. Maak je producten nu al answer-klaar : complete titels, varianten, zelf geschreven teksten en concrete claims. Verdien zichtbaarheid met echte reviews en geloofwaardige vermeldingen (ook in communities). En bereid je voor om anders te meten : van “sessies en clicks” naar “orders uit antwoorden”. Of om het kort te zeggen: online verkopen wordt een antwoord. En in die antwoordeconomie wil je er zeker tussen staan.
- De kracht van het weglaten.
Vorige week liep ik door de Marais in Parijs, toevallig al bellend met Tina van Anna Pops. Zij vroeg me wat mij daar opviel. Zonder aarzelen antwoordde ik: minder product, meer ruimte. Het klinkt bijna als een cliché " less is more" maar in de Parijse straten kreeg het plots een tastbare vorm. Geen schappen die uitpuilen, geen rekken die volgestouwd zijn tot je er haast claustrofobisch van wordt. In plaats daarvan: luchtige interieurs, zorgvuldig gekozen stukken en een gevoel dat elk item aandacht en respect krijgt. Wat gebeurt er als je bewust minder toont? Producten krijgen ruimte om te ademen. Ze krijgen een podium. En de klant die wordt niet overweldigd door keuze, maar verleid door rust en focus. (Lees verder onder de foto) Beelden: StoreShift.be Waar we vaak denken dat “meer tonen” ook “meer verkopen” betekent, bewijst Parijs het tegendeel. Juist door selectiever te presenteren, voelt elke aankoop exclusiever. Minder stock in de winkel betekent niet minder business, maar wel: een betere beleving, een sterker verhaal en vaak zelfs een hogere gemiddelde aankoopwaarde. Trend of toeval? Wie vaker naar Parijs trekt, weet dat de stad al jaren een laboratorium is voor retail. Wat je er vandaag ziet in Le Marais, zie je morgen in Antwerpen of Gent. Dit is dus geen toeval, maar een bewuste beweging. Klanten willen eenvoud. Ze zijn dagelijks overprikkeld door online aanbod, algoritmes en advertenties. De winkel wordt een plek van rust en overzicht. Merken kiezen beleving boven volume. Een winkel moet niet langer een mini-magazijn zijn, maar een showroom die inspireert. Voorraad verschuift. Met betere logistiek en e-commerce integraties is het niet langer nodig alles fysiek op de vloer te hebben. Wat kunnen we leren als kleine modezaak? Durf schrappen. Je hoeft niet alles tegelijk te tonen. Wissel regelmatig en maak van je etalage en rekken een zorgvuldig geselecteerd verhaal. Creëer ruimte. Letterlijk: witruimte en lege meters zijn geen verloren oppervlakte, maar een luxe die je klant rust geeft. Maak beleving centraal. De winkel is een podium. Producten zijn spelers. Zorg dat elk stuk zijn spotlight krijgt. In de Marais zie je dus geen toeval, maar een les voor de toekomst van retail: minder stock, meer stijl.
- Wat kleine winkels kunnen opsteken van “IKEA City” in Londen.
Toen ik onlangs door de compacte IKEA op Oxford Street wandelde, viel me iets op: geen kille blauw‑gele loods, maar warme houtaccenten, pastelgroen, bloemenwanden en kameropstellingen die zo uit een Londense flat leken geplukt. Die huiselijke sfeer is geen toeval; hij hoort bij een bredere strategie waarmee IKEA de grootstad wil veroveren en daar zitten bruikbare lessen in voor elke zelfstandige retailer. Waarom kiest IKEA voor een stadsformaat? Dichter bij de klant zonder auto: 42 % van de Londense huishoudens bezit geen auto. Een winkel in het centrum elimineert de “ik heb geen vervoer”‑drempel. Online eerst, fysiek als etalage : al 44 % van de Britse IKEA‑omzet loopt via e‑commerce; de stadswinkel fungeert vooral als inspiratie‑ en afhaalpunt. Minder vierkante meters, meer beleving : de nieuwe flagship beslaat 5 800 m², amper een vijfde van een klassieke vestiging, en toont 6 000 artikelen waarvan 3 500 meteen mee naar huis kunnen. Hoe vertaalt zich dat in de winkel? Lokale co‑creatie : alle roomsets zijn samen met Londenaren ingericht; beneden vind je “curated shops” waar buurtbewoners hun eigen mini‑collectie samenstellen. Warme, instagrammable details: bloemwanden, hangplanten en veel textiel geven de winkel een cosy look die klanten spontaan delen op social media. Compact maar compleet: het assortiment focust op kleinere artikelen; grote meubels bestel je digitaal en laat je leveren. Scan‑&‑Go op de app houdt de kassarijnen kort. Community‐hub : een ingebouwde studio streamt workshops met lokale chefs en designers; in Hammersmith testte IKEA dit concept al in een winkel van slechts een kwart van de normale grootte. Vijf makkelijke lessen voor moderetailers... Werk samen met je buurt : Laat vaste klanten of lokale makers een hoek inrichten of een themawand kiezen. Zo ontstaat meteen herkenning én gratis buzz. Zet in op sfeer: Warm licht, echte planten en een paar regionale knipogen (dialectquote, foto van het dorpsplein) maken zelfs een kleine zaak ‘share‑waardig’. Houd je assortiment scherp: Toon vooral hardlopers en seizoensprikkels; bied minder gevraagde maten of kleuren via click‑&‑collect. Minder voorraad = lagere kosten. Maak betalen sneller en gemakkelijker: ` Een eenvoudige QR‑kassa‑app of een mobiele betaalterminal volstaan om rijen te vermijden. Word een mini‑evenementenplek: Een maandelijkse demo, proeverij of Instagram‑live levert content én voetverkeer op, zonder dat je dure vierkante meters moet bijbouwen. “IKEA City” bewijst dat een warme uitstraling, een gefocust aanbod en een portie lokaal karakter sterker kunnen zijn dan pure schaalgrootte. Ook met één pand en een beperkt budget kun je die principes toepassen: denk klein, denk warm, denk samen. Succes!
- Het jurkje dat alles veranderde: Pascale Naessens terug naar de stenen winkel.
Ze heeft stijl, ze heeft smaak en toch liep het mis. Op 13 augustus 2025 berichtte HLN dat Pascale Naessens na enkele online aankopen teleurgesteld achterbleef. De jurken die aan huis arriveerden, bleken in het echt niet wat de foto’s beloofden. Met een kwinkslag vatte ze het samen: “De borsten kon je er niet bijkopen.” Ze besluit: “Ik koop geen kleren meer via internet.” Voor retailers is dit meer dan een BV‑anekdote. Het is een heldere marktsignaal: de kloof tussen glossy productfoto en échte paservaring is nog altijd groot. En precies in die kloof ligt de kracht van de stenen winkel. In het pashokje ontstaat vertrouwen: stof voelen, snit testen, bewegen, vergelijken, eerlijk advies krijgen. Het zijn de minuten die online zelden kan nabootsen, zelfs niet met de beste retourflow of AI‑maatadvies. Dat betekent niet dat online dood is; het betekent dat winkel‑first weer rendeert zodra je de voordelen onmiskenbaar maakt. Toon curatie in plaats van eindeloos scrollen. Laat zien waarom dat ene kleedje wél zijn prijs waard is: materiaal, afwerking, snit. Train je team op pasvorm per lichaamstype. Maak van ruilen en retouches een service, geen last. En wees radicaal eerlijk in beeld: eigen foto’s, normaal licht, klanten of medewerkers als model. Minder filter, meer realiteit. Wie vandaag wint in mode, verkoopt geen foto maar zekerheid. Een mens naast de spiegel die meedenkt, een alternatief suggereert, de juiste riem pakt. Dat kleine, tastbare verschil is precies waarom klanten na één misser online opnieuw de deur van je winkel openen. Het momentum is er: mensen willen geen gok, maar een fit . Wat onthouden we - check Zekerheid verkoopt. Laat klanten voelen, passen, bewegen vóór ze betalen. Eerlijk beeld wint. Realistische foto’s en video’s verminderen teleurstelling en retour. Advies is je voorsprong. Train op pasvorm, lichaamstype en combinaties. Service haalt drempels weg. Duidelijke ruilpolicy, snelle retouches, vriendelijke omruil. Curatie bespaart tijd. Maak keuzes, vertel het kwaliteitsverhaal bij elk stuk. Omnichannel, winkel‑first. Laat reserveren via DM/WhatsApp en pas in store dezelfde dag. Pascale’s ervaring bevestigt het: wie mode verkoopt, verkoopt vooral rust in het hoofd en zekerheid in de spiegel. Dat is de superkracht van de fysieke winkel
- Ambacht als theater: van boon tot PLAQ!
Vorige week liep ik tussen afspraken in de Sentier (het historische confectiehart van Parijs) toevallig binnen bij PLAQ . Het leek eerst “gewoon” een chocoladewinkel. Tot je ziet wat er écht gebeurt: achter glas wordt er geroosterd, vermalen, alles in huis, zichtbaar voor iedereen. Wat is PLAQ? PLAQ is een bean-to-consumer chocolademaker aan 4, rue du Nil (2e arr.) : tegelijk werkplaats, winkel en café . Je staat letterlijk naast de machines, bestelt een hot chocolate of pastry en kijkt hoe de volgende batch wordt gemaakt. Hun filosofie is radicaal eenvoudig: pure chocolade = cacaobonen + rietsuiker . Twee ingrediënten. Geen vanille, geen emulsifiers, niets dat de smaak van de boon maskeert. Ze selecteren terroirs (Peru, India, Belize, Vietnam, Venezuela, West-Papoea), roosteren traag en brengen chocolade uit met duidelijke cacaopercentages (76%, 84%, 100%). (Lees verder onder de video) Video - PLAQ - Parijs - Beelden: StoreShift.be Achter PLAQ zitten Sandra Mielenhausen en Nicolas Rozier-Chabert ; hun initialen S.N. duiken zelfs op de verpakking op. De naam “PLAQ” knipoogt naar plaque , de oude Franse term voor chocoladetablet. Waarom dit werkt (en wat wij zien als retailers) 1) Productie als beleving: Het beste uithangbord is geen poster maar een open werkvloer . Bij PLAQ is zien ook geloven : transparantie bouwt vertrouwen en rechtvaardigt prijs en schaarste. 2) Brutale eenvoud in het aanbod: “Twee ingrediënten” is een merkbelofte die iedereen onthoudt. Eenvoud is hier geen beperking, maar positionering. 3) Terroir & herkomst als verhaal: In plaats van “pure noir” tout court, krijg je herkomst, percentage en oogst . Elk lot is een mini-editie met een eigen smaakboodschap. 4) Community door educatie: Ze programmeren talks/round tables over hun aanpak en maken zo hun klanten mede-experts en versterkt loyaliteit. 5) Compacte footprint, grote impact: De micro-fabriek (winkel + atelier + bar) maximaliseert m²: één team, één voorraadstroom, één verhaal. De winkelervaring in één wandeling Je wandelt binnen, ruikt het roosteren, hoort de machines, ziet de repen uitharden. In de vitrine liggen bars per origine en percentage en aan de toog staat hot chocolate en gebak klaar. Alles is consequent gelabeld en begrijpelijk. Wat PLAQ ons leert als kleine modezaak of retailer 1) Maak je maakproces zichtbaar: Breng een micro-atelier naar de winkel: retouches, herstel, personalisatie, patching, stempelen, upcycling achter glas . Productie-geluid en -geur zijn je nieuwe etalage. 2) Snoei tot een kernbelofte: Formuleer jouw “ twee ingrediënten ”: bv. “goede stoffen + perfecte pasvorm” of “tijdloze snit + faire productie” . Herhaal het overal. 3) Label als een terroir: Hang bij elke jeans, trui of tas materiaal, weverij/garenspinner, land, was/finish . Maak van herkomst een keuze-argument . 4) Werk in micro-edities: Liever kleine, seizoensloze drops met een sterk verhaal dan brede collecties. Scarcity + traceability = hogere waargenomen waarde. 5) Programmeer kennis: Organiseer korte talks/demos : “Hoe lees je een stofetiket?”, “Waarom pilling ontstaat”, “SOS Denim care”. Educatie verkoopt zonder te verkopen . 6) Laat prijs groeien uit proces: Toon tijd, handwerk, materiaal . Transparantie is de beste verdediging van marge. 7) Bouw een signature : Zoals PLAQ’s S.N. op de verpakking: ontwikkel een herkenbare signatuur (stiksel, label, stempel, geur) die overal terugkomt. 8) Minimaliseer frictie, maximaliseer focus. Eén plek waar service + atelier + verkoop samenkomen. Minder doorschuiven, meer beleving per m². PLAQ bewijst dat transparantie + eenvoud + vakmanschap samen méér doen dan elke kortingsactie. Het is geen chocoladewinkel met een machine; het is een merk-ervaring die zichzelf live bewijst. Precies het soort retail waar ook kleine modezaken het verschil mee maken niet door groter te worden, maar door dichterbij te komen.
- Als alles zot is, wordt het gewone weer bijzonder
Je opent Instagram en elk beeld dat je ziet is oogverblindend scherp , de kleuren stralen je tegemoet, geen vuiltje aan de lucht. Knap, denk je en tegelijk voel je iets knagen. Want hoe mooier al die plaatjes worden hoe moeilijker het wordt om ze nog te geloven. Dankzij AI kan elk rimpeltje worden weggepoetst, elke lucht blauwer worden gemaakt en elke pizza dampend vers geserveerd, ook al is hij in werkelijkheid koud. Die perfectie is niet langer verrassend, het is overal. En omdat we er zo aan gewend raken, verliest ze haar glans. Wat overblijft is een wereld waarin alles er hetzelfde uitziet: glad, gepolijst en op den duur een tikje saai. En dan gebeurt er iets interessants . Zodra perfectie de standaard wordt begint ons kompas naar het omgekeerde uit te slaan. Een korrelige foto met een vinger voor de lens? Plots voelt die eerlijker. Een video waarin de maker struikelt over zijn woorden? Authentieker. Onopgesmukte beelden laten zien dat er een mens achter zit: een mens met foutjes, rommel op tafel, ruis in de microfoon. Precies dat zal meer aan vertrouwen winnen . Het wordt dus weer bijzonder om gewoon te zijn. Wie een winkel runt of een merk bouwt, hoeft niet mee te doen aan de race naar nóg mooiere foto’s of video’s. Toon liever je werkplaats zoals ze écht is, laat die ene mislukte testversie zien, post een onbewerkte foto in plaats van een opgesmukt studio-shot. Juist dat rafelrandje zegt: “Dit is echt, hier zit een verhaal achter.” We bewegen langzaam naar een tijd waarin het publiek niet meer zoekt naar het plaatje dat het mooist is, maar naar het plaatje dat het meest geloofwaardig voelt. Perfectie wordt koopjeswaar; echtheid wordt premium. Met andere woorden: hoe zotter de wereld er uitziet, hoe meer waarde het doodgewone krijgt. Dus laat gerust wat ruis in je foto, deel ook de bloopers en durf onaf te zijn. Want in een universum vol glitter en glamour is het alledaagse de nieuwe luxe.
- Return on Efficiency: Hoe wij tijd terugveroverden met AI
Mijn goede vriend Lode stuurde me deze middag me een essay van Tom Boutes (Stille Bliksem) . Toen ik ‘Wat gaan we in godsnaam doen met al die tijd?’ las, viel me vooral één ding op: Tom blijft hangen bij het idee dat gewonnen uren wellicht worden opgeslorpt door nog meer te werken. Wij willen Tom gerust stellen. :-) Het is juli 2025 en dan kondigt voor veel mode retailers de herfst aan met een tsunami aan orders ingeven. Voor wie niet werkt met EDI, slorpt het ingeven van PDF’s in een voorraadsysteem meerdere volle werkweken op: formulieren ingeven, samenstelling nakijken, beschrijvingen verzinnen, packshots opladen en daarna foutmeldingen speuren. Veertien dagen schermstaren terwijl buiten de zon schijnt. Herkenbaar? Prompts kunnen je helpen tijd te winnen. Het afgelopen half jaar zaten we na sluitingstijd in de keuken en in de stockruimte te puzzelen met prompts en AI-scriptjes. Het denkwerk schuurde als eelt op onze hersenen maar het resultaat is glashelder: meerdere weken manueel gedoe verruild voor drie uur geautomatiseerde workflow. Eén bulk-prompt, automatische validatie, directe koppeling met kassasoftware én webshop. Geen enkel mensentikfout meer. Enkel nog het resultaat nakijken en verbeteren. Zalig! De vrijgekomen tijd dichten we niet met ‘meer van hetzelfde’. Wij kozen anders. We stoppen tijdens de week een paar uur vroeger met werken, drinken koffie bij collega-ondernemers, gaan wat vaker op stap met vrienden, … en maken tijd vrij voor onszelf! Luxe? Integendeel. Het is de return on investment van slimmer werken. Efficiëntie hoort niet te resulteren in een langere to-do-lijst maar in ademruimte. Voor zelfstandigen is die keuze relatief eenvoudig. Wij bepalen onze eigen koers: efficiëntie vertaalt zich bij ons niet in hogere targets maar in kortere werktijden. Is de taak af, dan is ze af. En ja, wie het risico draagt, mag ook de beloning plukken. De economist John Maynard Keynes voorspelde een eeuw geleden een vijftien urige werkweek dankzij technologische vooruitgang. Een 15‑uren‑week op de winkelvloer is niet haalbaar maar een 30-urenweek met volle loongarantie kan misschien over een paar jaar binnen bereik komen. Sleutel is om elk repetitief stukje werk online én in de winkels door AI te laten overnemen, zodat jij en je team de resterende uren vullen met wat software níét kan: persoonlijk advies, beleving en creativiteit. Je kunt dus de lege plek vullen met nóg meer werk of je laat haar bewust leeg zodat je er zelf in kunt gaan zitten. Als ondernemers hebben wij die laatste keuze gemaakt en het uitzicht is heerlijk. Want uiteindelijk draaien onze bedrijven niet op bonnen of algoritmes maar op mensen die fris genoeg zijn om klanten te helpen, ideeën te bedenken en van de aankomende vakantie te genieten.
- Selfridges in Londen zette me aan het denken. Dit gaan wij ermee doen.
Sinds ik in 2021 voor het eerst door de deuren van Selfridges wandelde, ben ik bij elk Londen-bezoek even binnengesprongen om te zien hoe het warenhuis zijn avant-gardereputatie waarmaakt. Deze keer kreeg ik de grootste aha-ervaring in de Corner Shop-ruimte, waar Selfridges meerdere keren per jaar een tijdelijke samenwerking opzet met bijvoorbeeld Vinterior, het Britse platform voor vintage- en designmeubels. Wat me trof, was niet zozeer dát er tweedehandsstukken stonden, maar hóé ze er stonden: de tweedehands fauteuils, lampen en vintage cadeautjes stonden gewoon tussen de nieuwste collecties alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Zichtbaar patina naast gloednieuw marmer; circulaire economie midden in een luxetempel. Zalig! In mijn hoofd ging er een klik: tweedehands wordt pas echt overtuigend wanneer het niet apart in een kringloophoekje wordt weggezet, maar vanzelfsprekend deel uitmaakt van het aanbod. Die gedachte kreeg nog meer gewicht toen ik in Shoreditch een artist-run store binnenliep waar kunstenaars vintage vondsten uit kringloopwinkels en vlooienmarkten in nieuwe blisterverpakkingen stopten. Oude Matchbox-autootjes, losse LEGO-blokjes, een gedateerde badge of pin: door de cleane verpakking leken het plots limited-edition collectibles. Stop iets ouds in een nieuw kader, geef het een verhaal en mensen zien er opnieuw waarde in. Wat me vooral triggert, is de psychologische switch. Door pre-owned niet als “goedkoper alternatief” maar als “verhaal met meerwaarde” te positioneren, behoud je de beleving die klanten verwachten in een premiumconceptstore.Bovendien speel je in op een consumententrend die sneller groeit dan de reguliere retail en geef je een concreet antwoord op de vraag naar betekenisvolle, duurzame geschenken. Selfridges bewijst dat het kan op groot formaat; wij zullen bij Lou Lou deze kerst in 2025 tonen dat het ook op kleinschalig niveau werkt. Wie weet zit er in dat ene gerestaureerde autootje of die retro-schaal wel het begin van een nieuwe aanpak verscholen – eentje waarin circulair en nieuwe goederen probleemloos samenvallen. Wordt vervolgd…
- Google Doppl kleed je klant in 60 seconden!
Stel je voor: je scrollt door Instagram, ziet een geweldige outfit en nog vóór je “toevoegen-aan-winkelmandje” tikt, laat een app zien hoe dat jurkje of die bomber eruitziet op… jou. Dat is precies wat Google Doppl belooft. Sinds 26 juni kunnen Amerikanen – voorlopig alleen daar – een full-bodyfoto uploaden, een screenshot van een look kiezen en binnen een minuut rolt er een geanimeerd filmpje uit waarop de stof om hun digitale zelf danst. Weeral een straf staaltje generatieve AI. Google’s eigen blog legt uit dat Doppl niet alleen een stilstaand beeld produceert, maar ook een minivideo waarin de outfit meebeweegt, zodat je ziet of een plooi ploft of juist mooi valt. Wij konden de app nog niet testen maar Techsite Lifewire testte de app en was verrast hoe vlot alles werkt: vijf outfits in tien minuten, klaar om te delen op TikTok. Voor kleine moderetailers met een webshop lijkt dit een droom. Minder retouren – virtueel passen scheelt een hoop miskopen – én gratis buzz wanneer klanten hun Doppl-video’s posten met jullie tag erbij. Bovendien kun je looks laten “passen” die nog niet in de rekken hangen; een prima manier om te peilen of die limoengroene blazer echt aanslaat voordat je hem bestelt. Beeld: Google Labs - Doppl Toch schuilt er een addertje onder het pashokje. Google bewaart alle uploads en klikken “om producten en AI-modellen te verbeteren”, al vertelt het niet hoelang precies en of die info uitdrukkelijk níét voor advertenties wordt gebruikt. We weten wél dat Google in zijn advertentie-instellingen expliciet zegt activiteiten over zijn diensten te kunnen combineren om advertenties te personaliseren. Een ander risico: budgetreuzen. Als Doppl straks opduikt in Google Shopping, kunnen grote merken met diepe zakken de meest prominente plekken rond die virtuele paskiekjes kopen, terwijl jouw winkel onderaan bengelt. Waarom tóch meedoen? minder retour-gedoe ✓ klanten maken gratis promotie met hun Doppl-filmpjes ✓ jouw items verschijnen straks vroeg in Google’s nieuwe vitrines ✓ je krijgt kostbare inzichten in welke kleuren en snits scoren ✓ de instapprijs is nul euro Waarom niet? ❌ jouw klantfoto’s belanden op Google-servers, niet bij jou ❌ grote ketens kunnen de beste advertentieplekken om Doppl heen kopen ❌ als toestemming rond data-gebruik niet kraakhelder is
- Waarom ‘Emily’ een kans is: zo maak je Gen Z’ers fan van je winkel!
Een virale TikTok toont het risico van prijsverschillen, maar biedt net zo goed een speelveld waarop kleine Belgische retailers kunnen uitblinken. Brusselse content-creator Emily Fierce stapte de JW PEI-flagship binnen met op haar smartphone een productpagina waarop 15 % korting stond. Aan de kassa bleek de tas full-price. Ze filmde haar teleurstelling, stapte buiten – “Ik bestel ’m wel online” – en poste het filmpje... Stel: een klant zoals Emily stapt jouw boetiek binnen met op haar telefoon een productpagina van jouw eigen webshop waarop 15 % korting staat. Bij de kassa vraagt ze de tas af te rekenen, maar daar geldt plots de volle prijs. Dat ene prijsverschil voelt voor haar als oneerlijk, dus draait ze zich om, filmt haar teleurstelling en bestelt online. De oplossing om zo’n “Emily-moment” te voorkomen is verrassend simpel: zorg dat elke prijs overal hetzelfde is en geef je medewerkers de macht om dat ter plaatse waar te maken. Consumenten nemen geen genoegen meer met uitleg als “die korting is alleen online”. Ruim zeven op de tien shoppers gebruiken hun smartphone om meteen in de winkel prijzen te vergelijken; het is de állerpopulairste vorm van mobiel onderzoek tijdens het winkelen. Als jouw kassaprijs niet synchroon loopt met de webshop, breekt het vertrouwen op slag. Minstens zo belangrijk is dat het personeel zelfstandig kan handelen. Zodra een medewerker de online prijs kan matchen, verdwijnt de irritatie en red je niet alleen de verkoop, maar laat je ook zien dat de klant centraal staat. En terwijl klanten tóch hun telefoon in de hand hebben, kun je die reflex in jouw voordeel laten werken. Een QR-code op de hangtag die rechtstreeks naar dezelfde productpagina leidt, garandeert dat de shopper bij jou blijft in plaats van weg te zappen naar Google. De klant die geen tijd heeft om meteen af te rekenen, kan de aankoop onderweg afronden of click-&-collect kiezen - nog altijd bij jouw winkel, niet bij een concurrent. Tot slot is het handig om web- en winkelvoordelen samen te brengen in één loyaliteitswallet. Punten of gespaarde kortingen, geschenken, ... worden automatisch bijgeschreven, ongeacht waar de transactie plaatsvindt. Zo voelt de klant zich niet gedwongen te kiezen tussen kanalen en blijft de relatie in jouw ecosysteem verankerd. Een heldere prijs, medewerkers die onmiddellijk mogen handelen en een QR-bruggetje dat de mobiele reflex opvangt: meer is er niet nodig om frustratie om te buigen in een glimlach – en om ervoor te zorgen dat Emily haar tas met plezier bij jou, in de fysieke winkel, afrekent. Do's ✓ houd prijzen real-time synchroon ✓ geef medewerkers beslissingsruimte ✓ koppel alles aan één loyaliteitswallet Don'ts ❌ laat “online only”-kortingen bestaan ❌ vertraag goedkeuringen via 'de baas' ❌ beperk loyaliteit tot één kanaal











